Henschotermeer

Het moet zo'n elf jaar geleden zijn dat ik Frans Wisse voor het eerst sprak. Dat was in de kantine van de atletiekvereniging Pijnenburg. Ik was daar als 'tweede kans atleet" op mijn 45ste toegetreden tot de C1-groep. Frans maakte al langer deel uit van die trainingsgroep en had bovendien een eerbiedwaardige staat van dienst als korfballer. Frans lag ook qua leeftijd op mij voor. Met veel enthousiasme vertelde hij dat hij komend jaar 55 zou worden en dan als jongste in een nieuwe wedstrijdcategorie weer voor de prijzen zou gaan.

Vanaf dat moment is Frans een soort voorbeeld voor mij geweest. Met het ouder worden hoefde je niet in te kakken. Je kon er ook wat van maken. En dat liet Frans zien.

In juni 2006, aan het einde van het loopseizoen, deden wij met onze trainingsgroep mee aan de 10 Engelse mijl van Apeldoorn. Frans voelde kennelijk dat hij in vorm was en was achteraf gezien opmerkelijk stil. Het was warm, heuvelachtig, kronkelende paden door het bos met zware slagschaduwen. Ik liep in de middenmoot en zag hoe de kanshebbers voor het podium elkaar monsterden. Met dit weer werd lang gewacht om de laatste versnelling in te zetten. Zo'n twee kilometer voor de finish kwamen we het bos uit en zagen we opeens dat daar, een paar honderd meter voor ons nog iemand liep: Frans. Zijn voorsprong was niet meer te overbruggen en Frans pakte de zilveren medaille. Daarna kwamen de verhalen die wij van hem gewend waren. Hoe hij al vroeg, toen niemand oplette, voorsprong had gepakt en hoe hij zich in bochten en schaduw had verschuild om uit het zicht te blijven. Hij had enorm veel plezier en wij met hem.

Een enkele keer ben ik Frans tegengekomen in Amsterdam Zuid-Oost. Daar was ik dan een blokje om in de lunchpauze en hij de locatie van geplande werkzaamheden aan het bekijken. Hij vertelde dan honderd uit. Hoe daar een groot theater zou moeten verrijzen, maar dat ze geen rekening hadden gehouden met de afvoer van vuil water. Dat ze daar nu aanvullende buizenstelsels voor hadden bedacht, maar dat die niet pasten binnen het perceel, enz. enz. Ook over zijn werk kon hij enthousiast vertellen..

Hoewel ik de laatste jaren niet meer met hem trainde, sprak ik hem nog regelmatig, in de kleedkamer, of op straat. Hij had altijd plannen en verhalen. Niet zo lang geleden was hij begonnen met het houden van bijen. Hij vertelde mij dat hij zich als imker wilde inschrijven bij de kamer van koophandel, maar dat het moeilijk was de juiste categorie voor zijn 'bedrijfje' te vinden. Hij heeft zich toen ingeschreven als de houder van kleinvee, met een veestapel van 30.000 stuks. Waar of niet, het is een prachtig verhaal en helemaal Frans.

Frans was in mijn ogen erg goed in ouder worden. Het was dan ook een schok dat hij in het jaar dat hij met pensioen mocht ernstig ziek werd. Aanvankelijk was er hoop, maar de ziekte is te sterk gebleken. Kort na zijn 66ste verjaardag, overleed hij.

Het Christelijk geloof is altijd belangrijk geweest voor Frans en bij de uitvaart werd duidelijk dat dat belang zich de afgelopen jaren verder had verdiept. Vol vertrouwen ging hij op weg naar het eeuwig leven en die overtuiging is ook een grote troost voor zijn gezin. Hiermee stelt Frans opnieuw een voorbeeld.

Maar ik zal mij Frans herinneren als iemand die ook het aardse leven vierde en ik zal hem missen.